L6 : Taal : taalbeschouwing : tegenstellingen
1. 
Noteer het passend tegengestelde van het woord dat tussen haakjes staat.
2. 
Wat is het tegenovergestelde : sleepoefening (1)
3. 
Wat is het tegenovergestelde : sleepoefening (2)
4. 
Wat is het tegenovergestelde : sleepoefeing (3)
5. 
Wat is het tegenovergestelde : sleepoefeing (4)
6. 
Wat is het tegenovergestelde van het vetgedrukte woor ? Klik aan.
7. 
Zoek de juiste tegenstellingen bij elkaar (1)
8. 
Zoek de juiste tegenstellingen bij elkaar (2)
9. 
Zoek de juiste tegenstellingen bij elkaar (3)
