1. Vul de juiste werkwoordsvorm in.
2. Vul de juiste vorm van het werkwoord in - enkelvoud (1)
3. Vul de juiste vorm van het werkwoord in - enkelvoud (2)
4. Vul de juiste vorm van het werkwoord in (1)
5. Vul de juiste vorm van het werkwoord in (2)
6. Vul de juiste vorm van het werkwoord in (3)
7. Vul de juiste vorm van het werkwoord in (4)
8. Vul de juiste vorm van het werkwoord in (5)
9. Vul de juiste vorm van het werkwoord in (6)
|
10. Vul de juiste vorm van het werkwoord in (7)
11. Vul de juiste vorm van het werkwoord in (8)
12. Vul de juiste vorm van het werkwoord in (9)
13. Vul de juiste vorm van het werkwoord in (10)
14. Vul de goede vorm van het werkwoord in (1)
15. Vul de goede vorm van het werkwoord in (2)
16. Vul de goede vorm van het werkwoord in (3)
17.Tegenwoordige tijd door elkaar (1)
18. Tegenwoordige tijd door elkaar (2)
|