L5 : Taal : Taalbeschouwing : verwijswoorden
1. Klik het juiste antwoord aan.
2. Klik de 10 verwijswoorden aan en noteer naar waar ze verwijzen.
3. Lees de tekst. Naar wie verwijzen de dikgedrukte woorden.
4. Lezen en invullen. Let op de hoofdletters !
5. Naar wie verwijzen de verwijswooren (1)
6. Naar wie verwijzen de verwijswoorden (2).
7. Typ de volledige verwijzing.
8. Vul de juiste verwijswoorden in (1)
9. Vul de juiste verwijswoorden in (2)
10. Vul de juiste verwijswoorden in (3)