L5 : Taal : Schrijven : bijzondere werkwoorden
Bijzondere werkwoordenTegenwoordige tijd |
Bijzondere werkwoordenVerleden tijd |
1. Maak het rijtje af : gemengd.
2. Vul de juiste vorm van het werkwoord 'zijn' in.
3. Vul de juiste vorm van het werkwoord 'hebben' in.
4. Vul de juiste vorm van het werkwoord 'kunnen' in.
5. Vul de juiste vorm van het werkwoord 'zullen' in.
6. Vul de juiste vorm van het werkwoord 'mogen' in.
|
1. Maak het rijtje af : gemengd.
2. Vul de juiste vorm van het werkwoord 'zijn' in.
3. Vul de juiste vorm van het werkwoord 'hebben' in.
4. Vul de juiste vorm van het werkwoord 'kunnen' in.
5. Vul de juiste vorm van het werkwoord 'zullen' in.
6. Vul de juiste vorm van het werkwoord 'mogen' in.
|
Bijzondere werkwoordenTegenwoordige en verleden tijd |
|
1. Vul de juiste vorm van het werkwoord 'zijn' in.
2. Vul de juiste vorm van het werkwoord 'hebben' in.
3. Vul de juiste vorm van het werkwoord 'kunnen' in.
4. Vul de juiste vorm van het werkwoord 'zullen' in.
5. Vul de juiste vorm van het werkwoord 'mogen' in.
|