L1 : Taalbeschouwing - Woordenschat
4. Ik kan werken met tijdsbegrippen.
9. In de tuin.
10. In de winter.
11. Mijn slaapkamer.
12. Om het huis.
13. Op school.
14. Op straat.
15. Op vakantie.
16. Schoonmaken.
17. Oefen b, p en d : kruisende woorden.