1. Kopieer de zinnen.
3. Schrijf de passende woorden op de juiste plaats.
4. Vul aan met de juiste dagen.
5. Noteer de uitdrukkingen op de juiste plaats.
6. Vul de antwoorden aan met ce, cet, cette of ces.
|
7. Vul aan met de juiste werkwoordsvormen.
8. Vul de werkwoorden aan.
9. Vul aan met mon - ton - son - ma - ta - sa.
10. Vul aan met mes - tes - ses.
|