L6 : Quartier étoile 6 : Planète 10 : Choix
Vocabulaire 1 |
Vocabulaire 2 |
1. Flashcards
2. Leren
3. Schrijven
4. Spellen
5. Match
6. Gravity
7. Test |
1. Flashcards
2. Leren
3. Schrijven
4. Spellen
5. Match
6. Gravity
7. Test |
Vocabulaire 3 |
Werkwoord apprendre |
1. Flashcards
2. Leren
3. Schrijven
4. Spellen
5. Match
6. Gravity
7. Test |
1. Flashcards
2. Leren
3. Schrijven
4. Spellen
5. Match
6. Gravity
7. Test |
Oefeningen werkschrift |
|
2.3 Réponds aux questions.(Beantwoord de vragen.)
2.4 Leur ou leurs ? Complète; (Leur of leurs ? Vul aan.)
2.5 Regarde les mofèles. Puis, fais des phrases. (Kijk naar de voorbeelden. Maak daarna zinnen.)
|
5.7 Fais des phrases avec ces mots. (Maak zinnen met deze woorden.)
6.1 Complète avec la bonne forme du verbe. (Vul aan met de juiste vorm van het werkwoord.)
7.1a Donne la signification des mots suivants. (Geef de betekenis van de volgende woorden.)
7.1b Donne les synonymes. (Geef de synoniemen.)
7.1c Donne le contraire des mots suivants. (Geef het tegengestelde van de volgende woorden.) |