L5 : Beaufort 5 : contact 9

 

Vocabulaire

 

1. Flashcards

 

2. Flitskaarten (1)

 

3. Flitskaarten (2)

 

4. Flitskaarten (3)

 

5. Flitskaarten (4)

 

6. Flitskaarten (5)

 

7. Gravity

 

8. Klik het juiste antwoord aan (1)

 

9. Klik het juiste antwoord aan (2)

 

10. Klik het juiste antwoord aan (3)

 

11. Klik het juiste antwoord aan (4)

 

12. Klik het juiste antwoord aan (5)

 

13. Leren

 

14. Match

15. Schrijven

 

16. Sleep van rechts naar links (1)

 

17. Sleep van rechts naar links (2)

 

18. Sleep van rechts naar links (3)

 

19. Sleep van rechts naar links (4)

 

20. Sleep van rechts naar links (5)

 

21. Spellen

 

22. Test (1)

 

23. Test (2)

 

24. Test (3)

 

25. Test (4)

 

26. Test (5)

 

27. Test (6)

Uitdrukkingen

Werkwoord aider

 

1. Flashcards

 

2. Leren

 

3. Schrijven

 

4. Spellen

 

5. Match

 

6. Gravity

 

7. Test

 

1. Flashcards

 

2. Leren

 

3. Schrijven

 

4. Spellen

 

5. Match

 

6. Gravity

 

7. Test

Werkwoord venir

Werkwoord vouloir

 

1. Flashcards

 

2. Leren

 

3. Schrijven

 

4. Spellen

 

5. Match

 

6. Gravity

 

7. Test

 

1. Flashcards

 

2. Leren

 

3. Schrijven

 

4. Spellen

 

5. Match

 

6. Gravity

 

7. Test

Werkwoord faire

 

 

1. Flashcards

 

2. Leren

 

3. Schrijven

 

4. Spellen

 

5. Match

 

6. Gravity

 

7. Test

 

Oefeningen werkschrift

 

We oefenen 'mijn taalboetiek'. Gebruik de juiste vorm van het werkwoord "faire".

 

We oefenen 'mijn taalboetiek'. Vul aan met je, tu, il, elle, nous, vous, ils of elles.

 

We oefenen 'mijn taalboetiek'. Maak de zinnen ontkennend, eerste met ne... pas, daarna met ne... plus.

 

2. Kopieer.

 

3. Vul aan met de juiste vorm van het werkwoord "faire".

 

4. Vul aan met het juiste vraagwoordje.

 

4. Verbind elke vraag met het juiste antwoord.

 

5. Maak de zinnen ontkennend. Gebruik ne (n')... pas.

 

6. Maak de zinnen ontkennend. Gebruik ne (n')... plus.

 

7. Antwoord ontkennend. Gebruik ne (n')... pas.

 

8. Antwoord ontkennend. Gebruik ne (n')... plus.

 

9. Beantwoord de vragen ontkennend.

 

10A. Spelen met de Franse taal. Zoek het tegengestelde.

 

10B. Spelen met de Franse taal. Schrap de indringer.