Zill - Mediakundige ontwikkeling (ME)

Mediawijsheid (MEmw)

Ik sta open voor en ga wijs om met media.

Mediawijze leerlingen staan open voor het gebruik van media door henzelf en door anderen. Ze zijn er nieuwsgierig naar en onderzoeken de impact van de media op zichzelf en op anderen. Daarbij stellen ze zich op als kritische beoordelaars van mediacontent. Zo ervaren ze dat de werkelijkheid zoals anderen die in de media voorstellen, slechts een interpretatie van die werkelijkheid is. Soms heeft een voorstelling van de werkelijkheid niets meer met de feitelijk werkelijkheid te maken. Door mediawijs om te springen met de beschikbare mediamiddelen en media-informatie voorkomen leerlingen dat ze ongewild zichzelf of anderen in de problemen brengen.

MEmw1

Media enthousiast en positief aanwenden

2,5 - 12

Nieuwsgierig zijn naar media en genieten om ermee bezig te zijn - de wereld van de media met een open houding exploreren.

De mogelijkheden van media op een positieven, verantwoorde en waardevolle manier aanwenden.

Interesse en verwondering tonen voor technologieën en ontwikkelingen binnen de mediawereld - bereid zijn om op een genuanceerde en toekomstgerichte wijze mee te evolueren met de ontwikkelingen van media.

Bereid zijn om eigen mediatalent te tonen en in te zetten bij het eigen leren en spelen en dat van anderen.

6 - 12 Interesse tonen voor (nieuwe) media en hun mogelijkheden en deze mogelijkheden gebruiken - interesse tonen voor het mediagebruik van anderen - op zoek gaan naar nieuwe media-ervaringen.
9 - 12 De wereld van de media zonder vooroordelen tegemoet treden - ervaren dat 'zin in media' verschilt van persoon tot persoon - overal mediamogelijkheden zien en benutten.

 

MEmw2

Mediacontent en mediagebruik van zichzelf en anderen kritisch beoordelen naar vorm en inhoud

5 - 12

Opvallend goed en minder goed mediagebruik onderscheiden - zich erover uitdrukken.

Zich respectvol uitdrukken bij de beoordeling vn mediagebruik en van mediacontent.

7 - 12

Ervaren en vaststellen dat de informatie uit mediacontent vaak een subjectieve weergave van de werkelijkheid is.

Aangereikt criteria hanteren bij het beoordelen van eigen en andermans mediagebruik en boodschappen en daarbij de vragen van het communicatiemodel* inzetten.

Vragen van het communicatiemodel : 9 vragen om na te denken over een communicatieve situatie : (1) wie, (2) wat, (3) relatie tussen boodschap en werkelijkheid, (4) aan wie, (5) bedoeling, (6) hoe, (7) in welke situatie en omstandigheden, (8) weg en middelen, (9) effect ?

 9 - 12

Een kritische en reflecterende houding ontwikkelen ten opzichte van de eigen en andermans omgang met media en met de mediawereld - eigen criteria hanteren bij het beoordelen van eigen en andermans mediagebruik.

Ervaren hoe persoonlijke voorkeuren en ervaringen de beoordeling van media-gebruik mee bepalen - zich op basis van mediacontent een mening over iets vormen.

Kritisch omgaan met URL's en informatie op het internet.

 

MEmw3

Media doordacht en zorgzaam aanwenden

2,5 - 12

Bij zichzelf ervaren wanneer men deugd beleeft aan mediamiddelen, mediatoepassingen* en mediacontent.

Mediatoepassingen : Het gebruik van een mediamiddel om een mediaboodschap te maken/over te brengen. Bijvoorbeeld een tekst schrijven met een tekstverwerker, een filmpje opnemen met een fototoestel of een smartphone, een fotocollage maken met foto's uit tijdschriften...

Beseffen dat gedrag beïnvloed wordt door reclame en media.

7 - 12

Ervaren hoe dezelfde mediacontent vanuit verschillende standpunten op een andere manier ervaren kan worden - zich daarover uitdrukken - daarmee rekening houden bij het eigen mediagebruik.
9 - 12

Ervaren en vaststellen hoe bepaalde mediacontent positieven en negatieve gevolgen kan hebben voor het eigen welzijn en dat van anderen - zich daarover uitdrukken - bij het ontwerpen van mediacontent rekening houden met de mogelijke gevolgen ervan voor zichzelf en anderen.

Ervaren en inzien dat er ook in de communicatie via media normen gelden en afspraken nodig zijn.

 

Mediageletterdheid (MEge)

Ik ben me bewust van de eigenheid van verschillende media en hun toepassingen. Ik zet media creatief en doelgericht in.

Binnen het ontwikkelingsthema mediageletterdheid ontdekken leerlingen de eigenheid van verschillende media en hun toepassingen. Bijzondere aandacht gaat daarbij naar de bouwstenen van de audiovisuele media. Door zich in verschillend media uit te drukken, ontdekken ze welke het beste aansluiten bij hun persoon en bij het doel dat ze vooropstellen.

MEge1

De eigenheid en mogelijkheden van verschillende mediamiddelen en hun toepassingen ontdekken en begrijpen.

2,5 - 6

Ervaren welke media in de eigen leefomgeving aanwezig zijn - ontdekken welke mogelijkheden deze media bieden - voor hu bedoelde mediamiddelen* aanwenden waar mogelijk en aangewezen.

Mediamiddelen : Het middel dat iemand inzet om informatie of een boodschap te ontvangen, te bewerken, te creëren en/of over te dragen aan iemand anders, de drager van een mediaboodschap bijv. smartphones, allerhande camera's, computers met applicaties, boeken, tijdschriften, audiovisuele apparatuur, kranten...

6 - 12 Verschillende mediamiddelen en hun mogelijkheden kennen - in functie van een vooropgesteld doel op zoek gaan naar de gepaste media - ervaren hoe een mediamiddel verschillende toepassingen kan hebben.
9 - 12 Ervaren hoe snel mediamiddelen en hun toepassingen (in het bijzonder ICT) evolueren - de nieuwe mogelijkheden benutten - de eigenheid en de mogelijkheden van media(middelen) en hun combinaties illustreren.

 

MEge2

Passende mediamiddelen kiezen, gebruiken en combineren in functie van een beoogd doel

2,5 - 12

De mogelijkheden van de mediamiddelen ontdekken en gebruiken om eigen ideeën, gevoelens, gebeurtenissen en informatie vorm te geven en te verwerken.

Voor hen bedoelde mediamiddelen creatief aanwenden.

Mediamiddelen inzetten bij logisch en algoritmisch denken - oefenen en leren met ondersteuning van ICT.

4 - 5 Eenvoudige mediacontent verstaanbaar uitdrukken met behulp van mediamiddelen - kiezen uit een waaier van mediamiddelen die het best aansluiten bij wat men wil uitdrukken.
6 - 9

Steeds complexere mediacontent via mediamiddelen voor een publiek overbrengen :

  • onderwerpen uit de eigen leefwereld
  • abstractere schoolse en zakelijke onderwerpen
  • bekende onderwerpen uit de ruimere omgeving

Met de hulp van de leraar mediakundige strategieën inzetten :

  • voorkennis activeren
  • ideeën genereren
  • rekening houden met het zenddoel
  • aandacht hebben voor een verzorgde vormgeving in functie van het doel.
8 - 10 Gericht onderzoeken welke mediamiddelen geschikt zijn om informatie te verwerven en om zich uit te drukken.
9 - 12

Op een persoonlijke wijze complexere mediacontent via mediamiddelen voor een gevarieerd publiek overbrengen :

  • onderwerpen uit de eigen leefwereld
  • abstracte schoolse en zakelijke onderwerpen
  • bekende of behandelde onderwerpen uit de ruimere omgeving.

Steeds strategischer te werk gaan met hulp van de leraar :

  • rekening houden met en inspelen op de doelgroep
  • hulpbronnen inschakelen
  • bij de voorbereiding gebruik maken van kijkwijzers of stappenplannen
  • reflecteren op het proces van zenden en ontvangen
  • ...
10 - 12

(Combinaties van) mediamiddelen analyseren en inzetten om te leren en zich uit te drukken.

Mediamiddelen ontdekken die het best bij de eigen persoonlijkheid aansluiten.

 

MEge3

Mediacontent verwerken

  • Mediacontent ontdekken en er gepast op reageren
  • Mediacontent herkennen en selecteren
  • Mediacontent ordenen, verbinden en samenvatten
2,5 - 4

Mediacontent binnen de eigen leefwereld waarnemen en er zich over verwonderen.

Ontdekken waarover bepaalde mediacontent gaat door bijvoorbeeld :

  • het hoofdpersonage en zijn handelingen te ontdekken
  • de hoofdgedachte te ontdekken
4 - 6

Allerlei eenvoudige mediacontent binnen de eigen leefwereld verwerken door bijvoorbeeld :

  • de bedoeling en het plan van de personages te ontdekken
  • de verhaallijn(en) te ontdekken en reconstrueren

Ondersteund door de leraar strategieën inzetten om mediacontent beter te ontvangen.

De betekenis van eenvoudige mediacontent in de klasomgeving ontdekken - deze betekenis begrijpelijk beschrijven.

6 - 9

De betekenis van compexere mediacontent in de eigen klas- en leefomgeving verwerken en daarbij woorden die verbonden zijn aan media en de omgang ermee gebruiken.

Steeds strategischer te werk gaan met hulp van de leraar om mediacontent te ontvangen door :

  • voorspellen
  • hoofd- en bijzaken onderscheiden
  • voorkennis inzetten
  • relaties in de content ontdekken (oorzaak-gevolg, middel-doel, deel-geheel...)
  • ...
9 - 12

Steeds complexere mediacontent, afgestemd op interesse, (ruimere) leefwereld en verwerkingsniveau, verwerken.

Verbanden leggen tussen de content uit meerdere media :

  • meerdere bronnen met elkaar vergelijken
  • onderscheid maken tussen relevane en minder relevante informatie
  • de informatie samenvatten en schematiseren en daarbij gebruiken maken van media
  • mediacontent selectief gebruiken

Op voor hen bestemde mediacontent gepast reageren. 

 

MEge4

De audiovisuele bouwstenen van media herkennen, onderzoeken en hanteren

  • Geluid
2,5 - 5

Speels en onder begeleiding beleven van :

  • alledaagse (digitale) geluiden
  • contrastrijke effecten van geluid
  • richting van geluid
5 - 8

Bewust beleven en herkennen van :

  • verschillende (digitale) geluidsbronnen
  • voor- en achtergrondgeluiden
8 - 10

Bewust beleven, herkennen en begrijpelijk beschrijven en onder begeleiding toepassen van :

  • vervormen van geluid
  • veranderende geluidsrichtingen
10 - 12

Bewust beleven, herkennen, genuanceerd beschrijven en toepassen van :

  • (digitale) vervorming van geluid
  • samenspel tussen stilte en geluid, meer en minder geluid

 

  • Licht
2,5 - 5

Speels en onder begeleiding beleven van :

  • alledaagse lichtbronnen
  • contrastrijke effecten van licht
5 - 8

Bewust beleven en herkennen van :

  • verschillende lichtbronnen
  • eenvoudig spel van licht (schaduw en effecten)
8 - 10

Bewust beleven, herkennen en begrijpelijk beschrijven en onder begeleiding toepassen van :

  • eenvoudig spel van licht en donker
  • lichtbronnen en lichtrichting
10 - 12

Bewust beleven, herkennen, beschrijven en eenvoudig toepassen van :

  • effecten van belichting
  • samenspel tussen licht en donker
  • sfeer

 

  • Kader
2,5 - 5

Speels en onder begeleiding beleven van :

  • voor en achter in een beeld
  • binnen en buiten beeld
  • dichtbij en veraf
5 - 8

Bewust beleven en herkennen van :

  • dichter en verder in een beeld
  • hoog en laag standpunt
8 - 10

Bewust beleven, herkennen en begrijpelijk beschrijven en onder begeleiding toepassen van :

  • het standpunt van een opnameapparaat
  • diepte in beeld
  • lijnen in beeld
10 - 12

Bewust beleven, herkennen, beschrijven en toepassen van :

  • beweging die een opnameapparaat maakt
  • het precieze standpunt van een opnameapparaat
  • diepte en richting in een beeld
  • plaatsing van object

 

  • Montage
2,5 - 5

Speels en onder begeleiding beleven van :

  • (contrastrijke) opeenvolgingen van beelden, geluiden...
  • het samengaan van beeld en geluid

Ervaren hoe door de volgorde van een reeks voorwerpen, prente, beelden, klanken, geluiden... te schikken en te herschikken een (nieuw) verhaal ontstaat.

5 - 8

Bewust beleven en herkennen van :

  • de volgorde van beelden/geluiden
  • opvallende herhalingen binnen een reeks beelden of geluiden
  • de wisselwerking tussen beeld en geluid
8 - 10 Bewust beleven, herkennen en begrijpelijk beschrijven en onder begeldeiding toepassen van : herhaling, variatie en contrast in een montage, ordenen van beelden en geluiden.
10 - 12 Bewust beleven, herkennen, beschrijven en eenvoudig toepassen van : het selecteren en monteren van beelden en geluiden, eenvoudige herhalingen (ritmes) in een montage.

 

  • Beeldbewerking
2,5 - 5

Speels en onder begeleiding beleven van :

  • beeldsignalen
  • opvallende vervormingen van beelden
  • het effect van verkleinen en vergroten van beelden
5 - 8 Bewust beleven en herkennen van duidelijke bewerkingen van en toevoegingen aan beelden
8 - 10

Bewust beleven, herkennen en begrijpelijk beschrijven en onder begeleiding toepassen van :

  • vergroten en verkleinen van beelden
  • effecten op beelden

​Opvallende goede en minder geslaagde beelden en gebruik van beelden herkennen.

10 - 12 Bewust beleven, herkennen, beschrijven en eenvoudig toepassen van vervormingen en aanpassingen van beelden.

 

MEge5

De functie en de waarde van media in de eigen leefwereld ervaren en illustreren

2,5 - 12 Ervaren welke rol media in de eigen leefwereld en in het dagelijks gebruik spelen.
7 - 12 Illustreren hoe media een rol spelen in het dagelijks leven - inschatten wat media voor henzelf betekenen.
10 - 12

Inzien welke rol media in de samenleving spelen en welke impact ze hebben op het maatschappelijk leven.

Media-ervaringen beleven in de eigen omgeving en afleiden dat media verschillend functies kan hebben.

Zich uitdrukken over media-ervaringen - media-ervaringen speels verwerken.

 

Mediavaardigheid (MEva)

Ik gebruik mediamiddelen efficiënt.

Met media omgaan, veronderstelt ook technische en intrumentele competentie. Zonder technische en instrumentel basiskennis en -vaardigheden is het onmogelijk om met media om te gaan. Daarom willen we de mediavaardigheid bij de leerlingen verder ontwikkelen. Dat houdt in dat ze een aantal elementaire technische principes begrijpen en dat ze eenvoudige technische handelingen kunnen uitvoeren. Op die manier kunnen leerlingen op een efficiënte, zorgzame en veilige manier omgaan met de medie die hen omringen.

MEva1

Technische en instrumentele computervaardigheden ontwikkelen

2,5 - 12 Onder begeleiding experimenteren met de bediening van mediamiddelen uit de eigen omgeving en leefwereld.
5 - 8

ICT-basisvaardigheden ontwikkelen voor het bedienen van mediamiddelen waaronder : swipen*, muisvaardigheden, toestel aan- en uitzetten, selecteren, openen en sluiten van applicaties*, venster minimaliseren, maximaliseren en sluiten...

swipen : met een vinger over het aanraakscherm van een (tablet) computer of smartphone bewegen om te navigeren.

Applicaties of kortweg app(s). Is een toepassing voor spartphone, tablet of een (recente) computer. Hiermee voeg je eenvoudig extra functies aan een apparaat toe zodat dit multifunctioneel word.

6 - 12

Het toetsenbord exploreren.

Zich aan- en afmelden.

8 - 12

Klaviervaardigheden ontwikkelen waaronder toetsenbord hanteren.

Selecteren, knippen, kopiëren, plakken en wissen.

Inhoud en/of bestanden delen.

Onder begeleiding bestanden beheren door : mappen en bestanden aan te maken, een naam te geven, te ordenen, te verplaatsen en te verwijderen.

Openen, bewaren, hernoemen en sluiten van bestanden.

Bestanden afdrukken.

Een afbeelding invoegen.

Navigeren in een applicatie.

Wisselen tussen geopende applicaties.

8 - 12

Zelfstendig bestanden beheren door : mappen en bestanden aan te maken, een naam te geven, te ordenen, ter verplaatsen en te verwijderen.

Een tekst efficiënt opmaken met oog voor : kleur, lettergroote, vet, cursief, opsommingsteken, uitlijning...

Een tabel invoegen.

Een presentatietoepassing kiezen, - een eenvoudige presentatie ontwerpen, opmaken en presenteren.

 

MEva2

Digitale audiovisuele vaardigheden ontwikkelen

2,5 - 8 Audiovisuele mediamiddelen waarnemen en er zich over verwonderen.
4 - 12 Experimenteren met audiovisuele mediamiddelen en hun mogelijkheden bij het afspelen en opnemen van mediacontent - eenvoudige audiovisuele mediamiddelen hanteren om op te nemen, te bewerken, te monteren en af te spelen.
8 - 12 Op een eenvoudige wijze foto's bewerken door de grootte te wijzigen, het formaat bij te snijden, de kleurtoon te veranderen...
10 - 12

Doelgericht inzetten van de audiovisuele bouwstenen.

Experimenteren met fotobewerking, bijvoorbeeld een speciaal effect (tekst, filter, vormen...) toevoegen.

Experimenteren met video- en geluidsbewerking, bijvoorbeeld met eenvoudige apps video en geluid manipuleren, stopmotion filmpjes maken...

 

MEva3

Digitale informatievaardigheden ontwikkelen

4 - 12 Navigeren en zoeken binnen een digitale toepassing waaronder voor leerlingen bestemde webpagina's, educatieve software.
6 - 12 Navigeren en zoeken binnen een website.
8 - 12

Een website-adres (URL) invoeren - in een voor hen bestemde omgeving op het internet zoeken via een zoekrobot* en daarbij aangepaste en/of zelfgekozen zoektermen gebruiken.

Zoekrobot : hiermee wordt informatie op het internet gezocht op het trefwoord of op een combinatie van trefwoorden. Bijvoorbeeld Googla, kindvriendelijke zoekrobots...

10 - 12 Een geschikte applicatie selecteren en gebruiken voor het zoeken van de gewenste informatie - favoriete websites bewaren.

 

MEva4

Digitale communicatievaardigheden ontwikkelen

2,5 - 12 Onder begeleiding kennismaken en experimenteren met digitale mediamiddelen om met anderen te communiceren.
6 - 12

Geschikt mediamiddelen selecteren en gebruiken om met anderen te communiceren - daarbij selecteren uit voor hen bestemde en beschikbare mediamiddelen.

Digitale contactgegevens beheren door toevoegen, aanpassen, bewaren en verwijderen.

 

Lkr > Zill - Mediakundige ontwikkeling (ME)